Veelgestelde vragen

Is de vrijeschool een school zonder regels?
Kunnen de kinderen zelf bepalen wat ze leren?
De vrijeschool is een vorm van vernieuwd klassikaal leren. Het onderwijs is niet vrijblijvend, maar de kinderen krijgen (naast werk- en oefenmateriaal uit lesmethodes) opdrachten die zij op hun eigen manier kunnen uitwerken. Het lesplan en de leerdoelen voor ieder schooljaar staan vast. De vrijeschool werkt net als andere basisscholen aan de door de overheid geformuleerde kerndoelen voor het basisonderwijs.

Zijn de leerresultaten op de vrijeschool onder de maat?
De uitstroom van de leerlingen naar het vervolgonderwijs ligt op de meeste vrijescholen boven het landelijk gemiddelde. Een groot deel van de leerlingen gaat na de basisschooltijd niet verder naar de bovenbouw van de vrijeschool, maar naar een reguliere middelbare school in de omgeving. De overstap van de vrijeschool naar de reguliere middelbare school verloopt doorgaans goed. Vrijeschoolkinderen worden vaak getypeerd als creatieve denkers, betrokken bij de school. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt bovendien dat vrijeschoolleerlingen het leren leuk blijven vinden, ook aan het einde van de schooltijd.

Veel vrijescholen maken gebruik van landelijk genormeerde toetsen voor het volgen van de resultaten van de leerlingen. Bij het advies voor het voortgezet onderwijs wordt naast de resultaten van de gehele schoolloopbaan gebruik gemaakt van landelijke onderzoeken en testen zoals de NIO toets en het Drempelonderzoek.

Zijn vrijescholen wel goed georganiseerd?
Zijn de leraren niet te zweverig en te idealistisch om de school efficiënt te managen?
Leraren voelen zich eerder opvoedingskunstenaars dan schoolmeesters. Zij besteden veel tijd aan scholing. De organisatie is daarom meestal in handen van een schoolleider en van bestuursleden. Sommige scholen zijn gefuseerd tot regionale organisatorische eenheden, om de efficiëntie te vergroten.
Oorspronkelijk gold in de vrijeschool het principe van lerarenzelfbestuur; in de huidige tijd is het managen van een school en de organisatorische en wettelijke voorschriften niet meer te combineren met het vak van leraar en worden ook vrijescholen geleid door schoolleiders met de hulp van onderwijs ondersteunend personeel. In vrijescholen is het over het algemeen wel zo dat het lerarenteam een grote stem heeft in het beleid van de school; zij staan immers aan de basis van het onderwijs dat gegeven wordt en geven dit ook zelf vorm binnen de kaders die hiervoor gesteld zijn.

Kan mijn kind aan het einde van de rit wel een goede keuze maken in het voortgezet onderwijs? Wordt deze door het vrijeschoolonderwijs niet beperkt?
De uitstroom van schoolverlaters laat zien dat kinderen in allerlei vormen van voortgezet onderwijs terechtkomen. Door de brede ontwikkeling van het vrijeschoolonderwijs ligt er een scala aan mogelijkheden open. Op veel vrijescholen ligt het niveau van de uitstroom boven landelijk gemiddeld. Doordat er meer basisscholen van de vrijeschool zijn dan middelbare scholen, stromen vrijeschoolleerlingen na de basisschooltijd vaak door naar het regulier voortgezet onderwijs.

Is de vrijeschool niet teveel een afgesloten wereld?
De uitwisseling van kennis en ervaring met andere vormen van onderwijs vormt een aandachtspunt voor de vrijeschool in haar algemeenheid. Hier liggen zeker nog mogelijkheden voor verdere ontwikkeling. Het verschil van visie op opvoeding en onderwijs vormt nog vaak een drempel hierin.

De vrijeschool wordt door ouders niet ervaren als een afgesloten wereld. Zij komen uit allerlei verschillende hoeken van de samenleving en delen een visie op het opvoeden van hun kinderen. Vrijescholen zijn echte gemeenschappen met veel sociale contacten. Allochtone bevolkings-groepen vinden niet gemakkelijk de weg naar de vrijeschool, omdat deze onderwijsvorm hun veelal niet bekend is.

Door de gevoelsmatige benadering wordt mijn kind misschien een ‘softie’; past het dan nog wel in deze moderne wereld?
De gevoelsmatige benadering bevordert de zelfstandigheid. Hierdoor past een kind zich juist gemakkelijker aan, zonder zichzelf te verliezen.

De vrijeschool heeft vaak een regiofunctie. Wat betekent het voor kinderen om  soms ver te moeten reizen?
Meestal is er wel carpooling, maar het reizen kan inderdaad een nadeel vormen. Het vraagt soms vroeger opstaan en eerder van huis gaan. Niet alle kinderen kunnen op de fiets naar school komen, omdat ze simpelweg te ver weg wonen. Ook brengt het verdere reizen soms extra kosten met zich mee. Veel gemeenten bieden hiervoor mogelijkheid tot het aanvragen van reiskosten-vergoeding.

Ondanks het feit dat kinderen niet samen met buurkinderen naar school gaan, ontwikkelen ze in de buurt veelal leuke sociale contacten. De praktijk laat zien dat het eerder de ouders zijn voor wie contacten in de buurt minder gemakkelijk zijn, omdat ouders bewust kiezen voor een andere stijl van opvoeden. Bijvoorbeeld ten aanzien van voeding, tv-kijken of computerspelletjes. Ouders op de vrijeschool kiezen veelal bewust voor gezonde voeding en denken na over tv- en computer-gebruik. Elke keuze heeft voor- en nadelen. Iedere ouder zal zelf moeten beslissen of de voordelen de nadelige consequenties waard zijn.

Is het vrijeschoolonderwijs spiritueel onderwijs?
Rudolf Steiner, de grondlegger van de antroposofie, heeft in 1919 de vrijeschool in het leven geroepen. Zijn inzichten over hoofd, hart en handen vormen de grondslag van het pedagogisch handelen.

Dit komt tot uiting in de wijze waarop de vrijeschool naar kinderen kijkt. Een kind is als een reiziger die een nieuw land binnentrekt. Het ontdekt zijn lichaam, zijn binnenwereld en de grote buitenwereld. Dit doet het op zijn eigen, unieke manier. De vrije school wil die ontdekkingsreis zó begeleiden dat het kind vooral ook zichzelf leert kennen en waarderen. Dat het mag zijn wie het is: een onvervangbaar individu, een geestelijk wezen. Dit spirituele uitgangspunt komt in de les-praktijk bijvoorbeeld tot uiting in de ochtendspreuk: “Ik zie rond in de wereld, waarin de zon haar licht zendt, waarin de sterren fonkelen, waarin de stenen rusten, de planten levend groeien, de dieren voelend leven, waarin de mens bezield de geest een woning geeft.”

Is de vrijeschool een materialistische school?
Vrijescholen vragen doorgaans een hogere vrijwillige ouderbijdrage dan andere scholen. Dit heeft te maken met het feit dat vrijescholen meer personeel in dienst hebben dan andere scholen, wat zich vertaalt in extra aandacht voor de kinderen. De ouderbijdrage wordt besteed aan het dagelijks onderwijs, niet aan extra’s zoals schoolreisjes, speeltoestellen of projecten.

De vrijeschool is zeker geen materialistische school, eerder het tegenovergestelde. Kinderen groeien op dichtbij de natuur, met oog voor het kleine, met oog voor elkaar. Het lesprogramma heeft kwaliteit en inspiratie. Zo leren kinderen nog echt zingen. Veel scholen hebben een leerlingenorkest. Schilderen, tekenen en boetseren zijn vakken met een doorlopende leerlijn.

Tref je op de vrijeschool een bepaald soort mensen?
Gezinnen op de vrijeschool komen uit alle lagen van de bevolking, van hoog opgeleid tot laag opgeleid. De gemeenschappelijke factor die vrijeschoolouders bindt, is een bewuste levens-houding en visie op het opvoeden van kinderen. Vrijescholen zijn scholen met een sociaal karakter. Ouders zijn betrokken en actief in en om de school; de jaarfeesten worden veelal samen met de ouders gevierd, en er is veel uitwisseling tussen de ouders en de school.

 

Bovenstaande tekst is overgenomen van de website: www.watisdevrijeschool.nl